Wat is onder-extrusie?

Eenvoudig gezegd is er sprake van onder-extrusie wanneer de printer niet in staat is de juiste hoeveelheid materiaal uit de nozzle te krijgen. Je weet of je printer onder-extrudeert als je ontbrekende lagen ziet, zeer dunne lagen ziet, of lagen met willekeurige puntjes en gaatjes erin. Dit probleem kan door vele verschillende problemen worden veroorzaakt, maar hieronder vindt u de meest voorkomende.


Materiaal en materiaalinstellingen

Het eerste en gemakkelijkste om te controleren of uw print last heeft van onder-extrusie zijn de materiaalinstellingen. 

Het is belangrijk dat het materiaalprofiel in de slicer, overeenkomt met het geladen materiaal in de printer. 

Een te hoge of te lage temperatuurinstelling kan bijvoorbeeld tot problemen leiden. 

Als de temperatuur te laag is, zal het materiaal niet goed smelten en is er een hogere druk nodig om het door de nozzle te extruderen. Uiteindelijk wordt de druk te hoog en ontstaat er onderextrusie.


Korte tip: Let op dat de nozzle diameter in de slicer overeenkomt met de nozzle van de 3D-printer


Voor mensen die settings gebruiken die afwijken van standaardprofielen: 

Nauw verbonden met de temperatuur zijn de nozzle grootte, de printsnelheid, en de laaghoogte. Deze instellingen bepalen het volume materiaal dat per seconde wordt geëxtrudeerd. Als u meer materiaal wilt doordrukken dan uw printer aankan, zal dit leiden tot onder-extrusie. Er moet altijd een goede balans zijn tussen de temperatuur en de snelheid. Bij hogere temperaturen kun je sneller printen, maar als je bij lagere temperaturen print moet je misschien de snelheid verlagen om een goede extrusie te krijgen.


Naast materiaalinstellingen kan het ook zijn dat het materiaal zelf het probleem veroorzaakt. Het filament kan bijvoorbeeld soms in de knoop raken nadat het uit de 3D printer is gehaald. Daarom is het altijd een goed idee om te controleren of het filament niet overlapt op de spoel voordat u begint met printen.


Een andere reden kan de absorptie van te veel vocht door het filament zijn. Sommige materialen (vooral PVA en Nylon) zijn zeer gevoelig voor vocht en kunnen aan kwaliteit inboeten als ze te lang in een vochtige omgeving worden gebruikt of bewaard. Correcte behandeling en opslag van het materiaal zijn in dit geval zeer belangrijk.


De feeder

De feeder is het onderdeel van een 3D-printer dat letterlijk materiaal 'invoert'. Het zal kunnen voor komen dat de feeder begint te tikken of 'graven' in het filament. Vaak is dit echter het gevolg van dat het materiaal in de printkop niet goed doorloopt. Toch kan het zijn dat er daadwerkelijk iets is met de feeder zelf. Bij de Ultimaker is het belangrijk om te kijken of de spanning op de feeder zelf juist is (zie afbeelding2). Bij vrijwel alle materialen mag de spanningsindicator in het midden staan. Bij flexibel filament mag de spanning wat losser staan. 


De hot-end

Als het bovenstaande is uitgesloten zal er moeten worden gekeken naar bepaalde onderdelen die zich bevinden in de printerkop. Hier zitten een aantal elementen die de extrusie kunnen hinderen. 

De nozzle

Hier kan wat aangekoekt materiaal inzitten of deze kan slijten. Het is aan te raden om deze, afhankelijk van hoeveel u print, om de zoveel tijd te vervangen. Echter is er nog wel een manier om de verstopping op te lossen waarbij u het idee heeft, dat de nozzle nog wel even mee kan. Dit kan door de Cold-pull methode uit te voeren [INSERT LINK]

De Teflon coupler

Dit is een onderdeel wat in de Ultimaker original(+), 2(+) en connect zit. Om precies te zijn is dit het lichtgekleurde onderdeel wat zich boven het hot-end bevindt. Dit Teflon onderdeel zorgt ervoor dat de warmte vanuit de hot-end niet verder naar boven gaat. 

Na verloop van tijd (wederom afhankelijk van hoeveel u print) zal dit onderdeel moeten worden vervangen. Over tijd komt er een bruin randje aan dit onderdeel waardoor het te zwaar wordt voor de feeder om het materiaal te extruderen, wat zich dus uit in onder-extrusie. Zie afbeelding hieronder.